Daar stond ik dan. ’s Ochtends nog wakker geworden in Thailand, maar rond een uur of 2 was ik alweer in Cambodja. Op het vliegveld aangekomen meteen een visum geregeld, anders mocht ik niet naar binnen, en toen maar eens een plan geformuleerd. Ik had namelijk niets gepland en niets geboekt. Van tevoren natuurlijk wel wat hostels bekeken op internet, maar nog niets geboekt. Op het vliegveld aan de praat geraakt met een paar Belgen, en met z’n drieën een taxi gedeeld naar het centrum van Siem Reap. De taxi-chauffeur wist nog wel een leuk hostel, dus daar zou hij ons wel even naar toe brengen. Toen we daar aangekomen waren bleek dat we nu eens een keertje niet opgelicht waren, het was inderdaad een gezellig hostel, dus daar maar meteen ingecheckt. De rest van de dag (voor zover er nog dag over was) een beetje proberen bij te komen van het reizen door wat aan het zwembad te liggen en verder niet zo veel te doen. Die avond weer eens een Nederlander ontmoet, en met hem en een paar Duitsers de rest van de avond rondgehangen.
De volgende dag was ik eigenlijk van plan om naar Angkor Wat te gaan (wat overigens zo’n beetje het enige interessante is aan Siem Reap), maar toen ik ’s ochtends wakker werd heb ik toch maar besloten om voor de verandering eens een dagje niets te doen. Sinds ik op reis ben gegaan is er geen enkele dag geweest dat ik overdag niets ondernomen heb, en dat is best vermoeiend. Dus een keertje een dagje niets doen was ook wel lekker. Zodra ik uit bed gerold was weer bij de Nederlandse gast gaan zitten, en daar bleken nog meer Nederlanders te zitten, dus eindelijk weer een dagje fatsoenlijk de hele dag Nederlands praten. Met dat groepje de hele dag in en om het zwembad en de pool-tafel gehangen, en ’s avonds met z’n allen ‘pub street’ onveilig gemaakt.
Toen we met z’n allen weer terug waren in het hostel maar snel naar bed gegaan, want de volgende ochtend stond Angkor Wat op het programma.
Om 7:00 wakker geworden (ik wou eigenlijk de zonsopkomst in Angkor Wat zien, maar daarvoor was het ondertussen te laat, en het was sowieso te bewolkt geweest voor een interessante zonsopkomst), m’n spullen ingepakt, uitgecheckt en toen achterin een tuk tuk gedoken om een rondje Angkor Wat te maken. Ik was er een paar dagen daarvoor achter gekomen dat Angkor Wat maar 1 van de vele tempels in dat gebied is, dus de reis heeft me niet alleen langs Angkor Wat gebracht, maar ook langs een flink aantal andere tempels. Toen ik daar aan kwam werd ik al meteen belaagd door kleine kinderen die ik nog niet eens 8 schatte, die me “postcards sir, only one dollar” probeerden te verkopen. Ik vond het ontzettend sneu dat die kleine kinderen op zo’n leeftijd al aan het werk gezet worden, en het verbaasde me hoe veel het er waren, want je zag ze echt overal.. Uiteindelijk toch een gave dag gehad, en de hele ochtend en een deel van de middag m’n ogen uit gekeken naar de verschillende tempels in het gebied.
Toen ik die middag in het hostel honger had kwam ik er achter dat de ‘crocodile burger’ in de aanbieding was. Dus dat moest ik maar proberen. Misschien komt het door het overvloed aan rijst en noodles dat mijn smaakpapillen hebben verwerkt de afgelopen weken, maar ik durf te zeggen dat het een van de beste burgers was die ik ooit heb gegeten. Als ik thuis ben zal ik wel even een belletje doen naar McDonald’s Nederland, met de vraag of de McCrocodile (McRocodile?) geen goed idee is. Ik denk dat het een gat in de markt is. ’s Avonds met de Nederlanders van de dag daarvoor, een Belg en een Brit naar een restaurantje in de buurt gegaan, en daar écht Khmer voedsel gegeten. Ik moet eerlijk zeggen dat ik het Thaise eten een stuk lekkerder vond, maar dat kan natuurlijk ook aan het restaurant of een verkeerde menukeuze hebben gelegen. In dat restaurantje veel te lang blijven hangen, en toen was het alweer tijd voor mij om m’n spullen uit het hostel te halen en richting de nachtbus van Siem Reap naar Phnom Penh te lopen. De meest geweldige app op m’n iPhone tijdens deze trip heeft me toen voor het eerst in de steek gelaten. Ik vertrouwde erop dat m’n Maps.me-app me de goeie kant op zou sturen, maar toen na 2km wandelen bleek ik op de verkeerde plek te staan… Oeps. Toen toch maar achterop een taxi-scooter gesprongen en naar de goeie plek geracet (wat nog geen 500 meter van het hostel bleek. Schiet mij maar lek). De busbedden (ja! ‘Echte’ bedden!) waren gemaakt voor Aziaten, waardoor ik weer eens m’n benen onder mezelf vandaan moest schroeven om te passen. Gelukkig was de busreis maar 6 uur, want m’n knieën hadden het niet veel langer volgehouden.
In Phnom Penh aangekomen naar m’n hostel gegaan, op aanraden van de Nederlanders. Daar meteen een scootertje gehuurd, en op weg gegaan naar m’n geschiedenislessen van die dag. Eerste stop: Choeung Ek. Beter bekend als de killingfields. Op die plek zijn minstens 20.000 mensen vermoord door de Rode Khmer. Op het moment dat ik daar naar binnen liep merkte ik meteen dat er een bepaalde sfeer hing. Ondanks het mooie weer en de fluitende vogeltjes was bijna iedereen stil, en op de een of andere manier kreeg ik eventjes een brok in m’n keel toen ik naar binnen liep. De hele ochtend met m’n koptelefoon op geluisterd naar de verschillende verschrikkelijke verhalen over wat zich daar allemaal heeft afgespeeld. Van een ‘magic tree’ waar ze een speaker aan hingen die muziek speelde, zodat men buiten de killing fields geen geschreeuw en gekerm hoorde, tot verschrikkelijke verhalen over hoe kinderen werden vermoord, tot bordjes ‘please don’t step on the bones’ (omdat nog lang niet alles ‘opgegraven’ was, en je je dus realiseerde dat je écht tussen de menselijke resten aan het lopen was). Bizar om daar rond te lopen. Als laatste stop was er de ‘stupa’, een gedenkplaats voor de verschrikkingen van de Rode Khmer, met daarin meer dan 5000 schedels die zijn opgegraven in de omgeving daar. Heel indrukwekkend.
Toen ik even van alle informatie en ervaringen bekomen was, was het tijd voor de tweede stop: Tuol Sleng. Ook bekend als S-21. Dit was de gevangenis van de Khmer Rouge waar gevangenen werden gemarteld net zo lang tot ze een valse verklaring aflegden, waarna ze vermoord werden in Choeung Ek. De hele gevangenis is omgetoverd tot een museum nu. Je zag foto’s van hoe de laatste 14 slachtoffers van Tuol Sleng gevonden waren na de verdrijving van de Rode Khmer. Foto’s van honderden of misschien wel duizenden gezichten, die je recht in je ziel aanstaarden, waarvan je wist dat ik deze mensen misschien al wel eerder had ‘gezien’ in de Choeung Ek stupa, en geschilderde afbeeldingen van hoe de martelpraktijken er aan toe gingen. Wederom ongelooflijk indrukwekkend.
Daarna weer terug gegaan naar het hostel, daar m’n scootertje geparkeerd (ik was niet echt fan van het verkeer in Phnom Penh) en naar de laatste stop van de dag gewandeld: het Royal Palace. Was mooi om te zien, maar minder dan het paleis in Bangkok.
Nadat ik dat had gezien was het wel weer genoeg voor die dag, dus terug naar het hostel, en daar de rest van de avond met wat willekeurige mensen gepraat. Waaronder ‘papa Charlie.’ Een oudere Schot die al 6.5 jaar in Cambodja woonde en die heel graag praatte. Nou luister ik graag, dus dat kwam helemaal goed.
De volgende dag rustig begonnen, en daarna een uitje gemaakt naar Wat Phnom, wederom een tempel. Daar een poosje rondgelopen, maar toen besloten dat ik wel weer genoeg tempel had gezien.
Terug in het hostel aan de praat geraakt met een Duitse en een Brit. Die avond had ik afgesproken met Davy, een Cambodjaanse die ik had ontmoet in Bangkok, en ik zou samen met haar en 2 van haar Electrical-Engineering-studerende vrienden ergens wat gaan eten. Toen ik dat vertelde aan m’n hostelgenoten vroeg de Duitse: “ze heet toch niet Davy?” Maar ze heet dus wel Davy. Bleek dat de Julia (de Duitse) Davy had ontmoet in Laos. Wederom, bizar hoe klein de wereld soms is.
Die avond werd ik opgepikt door Davy, en toen reden we naar een restaurant om haar vrienden te ontmoeten. Gezellig gepraat over Electrical Engineering en de overeenkomsten/verschillen tussen NL en Cambodja.
Later op de avond met Davy nog een uitgebreid rondje door Phnom Penh gereden. In het hostel was het vrij dood toen ik daar weer afgezet was, dus niet al te lang blijven hangen, en op tijd onder de wol gekropen.
Toen was het de volgende ochtend alweer tijd om Phnom Penh vaarwel te zeggen, en naar Kampot te gaan. Toen ik daar aankwam eventjes rustig door het stadje gelopen en om me heen gekeken. Zag er uit als een schattig rustig stadje, waar niet al te veel te beleven was. Het plan was om naar het nabijgelegen National Park te gaan op een scootertje, maar ik kwam te laat in m’n hostel aan om het die dag nog te doen, dus de rest van de dag maar gezellig gedaan met een grote groep Britten.
De volgende dag was het dan toch echt tijd om naar het National Park te gaan. Ik had de dag daarvoor afgesproken met 2 Britten en een Duitse om samen die kant op te gaan. Ik had er zin in, had m’n scootertje gehuurd, was m’n ontbijtje aan het eten, en toen begon het ineens extreem te regenen. En tot nu toe heeft het de hele dag nog geregend. En daar wordt ik best wel verdrietig van. Hopelijk komt het nog goed met het weer de komende dagen, want als het blijft regenen worden de Cambodjaanse eilanden vast geen al te groot succes. Maar goed, dat zien we tegen die tijd wel. Nu is het eerst zo maar eens tijd om m’n jas uit m’n Backpack op te duiken, en dan toch maar eventjes de omgeving te verkennen. Anders heb ik bijna niets gezien van Kampot, en dat is ook zo jammer.
Tot de volgende update!
Een mooi verslag. Indrukwekkend! Mooi, zoals je verteld over de ‘Killing Fields’, en de emoties die daarbij naar boven komen. Het verbaasd me steeds weer dat er zoveel jonge mensen op pad zijn in dat deel van Azië en hoe vlot de contacten gelegd worden. Inmiddels hoop ik dat het droog is en je je reis, zoals gepland, kunt vervolgen. Tot de volgende update!!
films year 2020
films year 2020
how about the next agenda? how about the next trip?